Woningmarkt bloeit langzaam op

© ANP

In het derde kwartaal van 2015 waren bestaande koopwoningen gemiddeld 2,9 procent duurder dan een jaar eerder. Enkele factoren die deze prijsontwikkeling beïnvloeden, geven een wisselend beeld. Sommige factoren werken prijsverhogend, andere prijsverlagend. Zo was de gemiddelde hypotheekrente lager dan vorig jaar. Tegelijkertijd traden er nieuwe regels in werking, die de vraag vermoedelijk juist dempen. Onderstaande bloem laat een aantal  vraag- en aanbodfactoren zien waarvan cijfers beschikbaar zijn.

Mutaties t.o.v. 3e kwartaal 2014

huizenmarktbloem

Prijsontwikkelingen ‘verbloemd’

Het hart van de bloem toont de prijsontwikkeling van bestaande koopwoningen. Rondom  zijn factoren gepresenteerd die hierop van invloed kunnen zijn. De gepresenteerde factoren zijn niet de enige die de prijs kunnen beïnvloeden, maar zijn geselecteerd op basis van beschikbaarheid.  Aan de hand van kleuren is aangegeven of de ontwikkelingen in de bloembladen op lange termijn een verhogend of verlagend effect hebben op de prijzen van bestaande koopwoningen.

Het doel van de bloem is niet om causale relaties te bevestigen tussen de verschillende factoren, maar om verschillende statistieken in samenhang te presenteren. Een uitgebreide beschrijving van de gepresenteerde onderliggende indicatoren is gegeven in de toelichting op de cijfers.

Vraag stijgt ondanks nieuwe regels financiering

Het afgelopen kwartaal is de regelgeving voor het financieren van een eigen woning wat versoberd. Ten opzichte van vorig jaar zijn de leenvoorwaarden aangescherpt, is de NHG-grens verlaagd en is de schenkingsvrijstelling afgeschaft. Daarnaast kan er in 2015 een hypotheek worden afgesloten voor maximaal 103 procent van de waarde van het koophuis. Dit is 1 procent minder dan in 2014. Ook is het vertrouwen om een huis te kopen onder huishoudens gedaald. Afgelopen kwartaal was deze zogenoemde koopgeneigdheid  4,9 procent lager dan een jaar eerder.

Desondanks werden er het afgelopen kwartaal 29,2 procent meer bestaande woningen verkocht dan een jaar eerder. Dat hangt waarschijnlijk samen met de lage hypotheekrentestand. Deze bereikte de afgelopen periode een historisch lage stand.

Minder aanbod van woningen

Koopwoningen stonden in het derde kwartaal van 2015 gemiddeld één maand langer te koop dan in dezelfde periode van 2014. Daarnaast is er een licht dalende trend zichtbaar bij de gemiddelde vraagprijzen per vierkante meter van woningen. In het derde kwartaal van 2015 lagen deze prijzen gemiddeld 0,9 procent lager dan in het derde kwartaal vorig jaar. Beide aanbodfactoren zouden een verlagend effect moeten hebben op de huizenprijsontwikkeling.

Daar staat tegenover dat er sprake is van een krimpend woningaanbod. In vergelijking met vorig jaar is het aantal woningen dat te koop staat 5,3 procent kleiner. Minder aanbod op de koopwoningmarkt werkt gewoonlijk prijsverhogend.

Een toelichting op de cijfers is beschikbaar in dit document