De prijs van verse vis

Tong is in de voorbije jaren enorm in prijs gestegen: in de afgelopen drie jaar steeg de prijs met maar liefst 88 procent. Een kilo aangevoerde tong brengt op de visafslag 23 gulden op. Daarmee is het voor zover bekend de duurste vissoort. Ook tarbot en griet zijn flink aan de prijs. In een jaar tijd zijn deze soorten vis met respectievelijk 8 en 15 procent gestegen. Verder waren er forse prijsstijgingen bij kabeljauw (+16 procent), verse makreel (+17 procent) en schelvis (+15 procent). Vissers kregen in 1997 voor kabeljauw bijna ƒ 3,50 per kilo. Makreel bracht ƒ 1,82 op en voor schelvis betaalde een handelaar ƒ 2,23. Een kilo schol kostte vier gulden (een prijsstijging van 5 procent).

De verkoop van garnalen laat een heel ander beeld zien. De prijs van garnalen steeg in 1995 nog tot meer dan zes gulden per kilo. In de jaren daarna daalde de prijs van ƒ 5,57 in 1996 tot ƒ 4,21 in 1997, met als dieptepunt ƒ3,61 in juli en augustus. Het prijsniveau is het afgelopen jaar met bijna een kwart gedaald. Ook vers aangevoerde haring daalde in prijs en brengt nu op de markt 58 cent per kilo op.

Visvangst door het jaar heen

De scholvangst begint al vroeg in het jaar. In januari, februari en maart halen de vissers een derde van de jaarlijkse hoeveelheid boven water. Het resterende deel van het quotum - de per land toegestane hoeveelheid vis die gevangen mag worden - wordt verspreid over het jaar opgevist. De vangst van tong is vrij gelijkmatig over het jaar verdeeld. Dit geldt ook voor kabeljauw, maar in het laatste kwartaal is de aanvoer van kabeljauw wel iets hoger dan gemiddeld. De nazomer en herfst is de beste tijd voor de garnalenvangst. In de maanden augustus tot en met november vangen de garnalenvissers twee derde van de jaarlijkse hoeveelheid. De piek ligt in oktober, wanneer de schepen een kwart van de jaarlijkse hoeveelheid aan land brengen. Bij wijting wordt 40 procent aangevoerd in de laatste drie maanden van het jaar.

Aanvoer verse vis en diepvriesvis

Aanvoer verse vis en diepvriesvis

Bij de visserij voor diepvriesverwerking is de makreelvangst in het begin van het jaar. Vissers vangen in de eerste vier maanden driekwart van de jaarlijkse hoeveelheid. Maart is de belangrijkste maand voor de makreelvangst. De vangst van blauwe wijting is geconcentreerd in de maanden april en mei. In mei wordt doorgaans de helft van de jaarlijkse hoeveelheid blauwe wijting gevangen en ingevroren. De vangst van haring voor de diepvriesverwerking begint in juni goed op gang te komen. Diepgevroren horsmakreel wordt vooral in de herfst en de winter aangevoerd. Van oktober tot en met februari wordt meer dan 60 procent van het totaal gevangen; de topmaanden zijn oktober en november.

Folkert van der Werf