Staatsschuld opnieuw gestegen

Halverwege 2005 bedroeg de schuld van de Staat der Nederlanden 228 miljard euro. Vergeleken met medio 2004 betekent dit een stijging met 13 miljard euro, wat neerkomt op 6 procent.

Staatsschuld

Staatsschuld

Ten opzichte van medio 2003 was de toename 14 procent, ofwel 28 miljard euro. Deze stijging van de staatsschuld houdt direct verband met de tekorten bij het Rijk en de instellingen van de overheid die via de schatkist bankieren, zoals de wettelijke sociale verzekeraars. In de periode 2000 tot 2002 vertoonde de staatsschuld, dankzij enkele overschotten, een licht dalende trend.

Langlopende staatsschuld

Langlopende staatsschuld

Langlopende staatsschuld

De totale staatsschuld is opgebouwd uit een lang- en kortlopend deel. De langlopende staatsschuld, opgebouwd uit (vooral) staatsobligaties en de onderhandse leningen met een oorspronkelijke looptijd van langer dan een jaar, bedroeg eind juni dit jaar 210 miljard euro. Het nominale bedrag van de obligatieschuld was halverwege dit jaar 209 miljard euro. Gerekend met de toen actuele koersen op de effectenmarkt vertegenwoordigde dit een marktwaarde van 226 miljard euro. De langlopende staatsschuld is in twee jaar tijd met 42 miljard euro toegenomen, waardoor het aandeel van de lange schulden in de staatsschuld is gegroeid.

Kortlopende staatsschuld

Kortlopende staatsschuld

Kortlopende staatsschuld

De kortlopende schuld van het Rijk bedroeg eind juni dit jaar 17 miljard euro. Deze schuld bestaat uit schatkistpapier en de geleende kasgelden. Het saldo van de schatkist wordt dagelijks gereguleerd tussen de 0 en 50 miljoen euro. Het bedrag van het geleende kasgeld is vaak nog geen half miljard euro. De kortlopende staatsschuld is in twee jaar tijd met 14 miljard euro gedaald.

Laurens Cazander