Groningse economie licht gegroeid
De economie van de provincie Groningen is vorig jaar met 1,7 procent gegroeid, maar als de winning van aardgas wordt meegerekend, kromp de economie met 8,8 procent. Dat is meer dan eerder in een voorlopige raming was berekend. Dat meldt CBS in de publicatie De Regionale Economie, waarin de economieën van alle provincies in 2014 worden behandeld.
Het al dan niet meetellen van de aardgaswinning beïnvloedt het Groningse groeicijfer sterk. De groei van het bruto regionaal product (brp) in Groningen lag in lijn met het landelijk gemiddelde van 1,6 procent. Een jaar eerder was de provinciale economie exclusief aardgaswinning gekrompen, met 1,2 procent.
In Friesland was de groei het laagst van alle provincies, met een plus van 0,3 procent. Ook Friesland merkte het negatieve effect van het terugdraaien van de gaswinning: als dat wordt meegerekend kromp de Friese economie zelfs, met 0,4 procent. Drenthe was de derde en laatste provincie die minder hard groeide door het instellen van het gasplafond, met een groei van 0,7 procent in plaats van 0,9 procent. De groei van de gehele Nederlandse economie lag inclusief gaswinning op 1 procent.
Flevoland groeide het hardst
De economie van de provincie Flevoland groeide in 2014 met 2,2 procent het hardst. Flevoland is vooral koploper doordat de provincie veel autoleasebedrijven binnen haar grenzen heeft. Door de opkrabbelende economie en nieuwe regelgeving was 2014 een goed jaar voor die branche in vergelijking met een jaar eerder. Dat werkte door in deze relatief kleine economie. In 2013 kromp het brp van Flevoland nog met 1,5 procent op jaarbasis. Ook Overijssel wist zich vorig jaar te herstellen, van een krimp van 1,5 procent in 2013 naar een groei van 1,4 procent een jaar later.
Van de vier grote steden was in het stadsgewest Utrecht de groei met 2,1 procent het hoogst. Amsterdam, Rotterdam en Den Haag zaten vrijwel op het landelijk gemiddelde van 1,6 procent.
Dienstensector goed voor drie kwart van economie
De dienstensector speelt een belangrijke rol in de Nederlandse economie. Alle diensten samen zorgden in 2014 voor 76 procent van de toegevoegde waarde (ruwweg: de omvang van de economie). In de provincies Noord-Holland en Utrecht zijn de banken en financiële instellingen oververtegenwoordigd in de commerciële dienstverlening. De industriële activiteiten zijn er juist relatief laag.
In Groningen neemt de nijverheid meer dan 52 procent van de toegevoegde waarde voor haar rekening. Als de gaswinning buiten beschouwing wordt gelaten, dan halveert de toegevoegde waarde van de provincie.