Beschikbaar inkomen van huishoudens stijgt

Het beschikbaar inkomen van huishoudens is in het eerste kwartaal van 2015 met 1,2 procent gestegen ten opzichte van een jaar eerder. Dit maakt CBS vandaag bekend. Het beschikbaar inkomen stijgt nu ruim een jaar. Vooral loonstijgingen hebben in het eerste kwartaal sterk bijgedragen aan de groei. Ook zijn de besparingen verder gestegen.

Beschikbaar inkomen huishoudens op jaarbasis, mutaties t.o.v. een jaar eerder*

*Op jaarbasis wil zeggen dat bij het inkomen in een verslagkwartaal de inkomens over de voorgaande drie kwartalen zijn opgeteld.

Inkomens nemen toe door hogere cao-lonen

In het eerste kwartaal van 2015 is het reëel beschikbaar inkomen van huishoudens gestegen met 1,2 procent ten opzichte van een jaar eerder. Hiermee zet het inkomensherstel door: het was het vijfde achtereenvolgende kwartaal waarin het inkomen steeg. De stijging in het eerste kwartaal werd voor een belangrijk deel veroorzaakt door een toename van het totaal aan ontvangen loon met 1,5 miljard euro. Dit kwam vooral door hogere cao-lonen. Naast de lonen stegen ook de sociale uitkeringen, in totaal met 850 miljoen euro. Dit kwam onder meer door een verdere stijging van het aantal pensioenuitkeringen.

Meer betaald aan belastingen en premies

De belastingen en sociale premies hadden een sterk negatief effect op het beschikbaar inkomen. Hieraan werd in het eerste kwartaal 1,6 miljard meer betaald dan een jaar eerder. De stijging werd voor een groot deel veroorzaakt door een toegenomen belasting op inkomen. Inflatie heeft in de regel ook een negatief effect op het reëel beschikbaar inkomen, maar omdat de inflatie op een laag niveau ligt, was dit effect maar klein.

Bijdragen aan de mutaties van het reëel beschikbaar inkomen

Besparingen verder gestegen

De besparingen van huishoudens kwamen in het eerste kwartaal uit op 1 miljard euro. Dit was iets meer dan een jaar eerder. De besparingen vormen het bedrag dat overblijft van het beschikbaar inkomen na consumptie. Naast individuele besparingen worden collectieve besparingen onderscheiden, zoals het bedrag dat onder meer via pensioenfondsen wordt weggezet voor de oude dag.

Bruto-besparingen van huishoudens

De laatste jaren zijn de besparingen voortdurend toegenomen. Zelfs bij een negatieve inkomensontwikkeling werd er gespaard. Wegens de onzekere economische tijden en de malaise op de woningmarkt hielden huishoudens de hand op de knip. De vraag is of deze besparingen zullen aanhouden nu het economisch wat beter gaat. De toename van de besparingen in het eerste kwartaal ten opzichte van een jaar eerder suggereert dat de besparingstrend voorlopig aanhoudt. Overigens zijn besparingen in het eerste kwartaal doorgaans klein, of negatief. Meer inzicht ontstaat in het tweede kwartaal, wanneer de vakantie-uitkeringen worden ontvangen en er vaak veel meer wordt gespaard.

Bron:

StatLine, Sectorrekeningen; kerngegevens.