Flashraming: export zorgt voor economische groei

  •  Economie groeit volgens de flashraming met 0,5 procent ten opzichte van eerste kwartaal 2014
  •  Volgens deze eerste raming groeit de economie met 0,9 procent ten opzichte van het tweede kwartaal 2013
  •  Minder grote afname aantal banen ten opzichte van kwartaal eerder

Uit de zogenoemde flashraming van de economische groei, gebaseerd op de nu beschikbare gegevens, blijkt dat de Nederlandse economie in het tweede kwartaal van 2014 met 0,5 procent is gegroeid ten opzichte van een kwartaal eerder. Die groei is vooral te danken aan de export. Dit heeft het CBS vandaag bekend gemaakt. De flashraming is een eerste berekening, 45 dagen na afloop van een kwartaal, op basis van de dan beschikbare informatie. Hiermee geeft het CBS  een eerste beeld van de stand van de Nederlandse economie. Na deze eerste raming komt voortdurend meer informatie beschikbaar over de Nederlandse economie, die vervolgens wordt verwerkt in nieuwe ramingen. De tweede raming van de economische groei maakt het CBS bekend op woensdag 24 september. De bijstelling van de tweede raming ten opzichte van de flashraming was de afgelopen vijf jaar gemiddeld 0,06 procentpunt. De twee uitersten bedroegen -0,3 en +0,4 procentpunt.

De nu gemeten groei in het tweede kwartaal volgt op een kwartaal met economische krimp, maar per saldo staat de economie er eind juni 2014 net iets beter voor dan eind 2013. Op de arbeidsmarkt zijn er ook tekenen van herstel. Het aantal banen van werknemers daalde in het tweede kwartaal met 8 duizend. In het eerste kwartaal bedroeg die afname nog 18 duizend. De verbetering is in lijn met de toename van het aantal vacatures waarover het CBS vandaag ook publiceert.

Bij elke nieuwe raming van de economische groei berekent het CBS ook nieuwe seizoensgecorrigeerde cijfers van alle reeds gepubliceerde kwartalen, omdat een nieuw kwartaal beschikbaar komt. Door de nieuwe berekening is o.a. de krimp van het eerste kwartaal van 2014 bijgesteld van 0,6 naar 0,4 procent.

Het vervolg van het persbericht gaat over jaar-op-jaarvergelijkingen

Economie groeit volgens flashraming met 0,9 procent ten opzichte van jaar eerder

Volgens de flashraming was de Nederlandse economie in het tweede kwartaal 0,9 procent groter dan in het tweede kwartaal van 2013. Deze groei is vooral te danken aan de export. Daarnaast droegen hogere investeringen bij aan de groei. De consumptie door huishoudens was gelijk aan die van een jaar eerder, terwijl de overheidsconsumptie een fractie hoger was.

Export van metaalproducten en machines fors hoger

Zowel de uitvoer van Nederlands product als de wederuitvoer, de uitvoer van eerder ingevoerde producten, groeide. De export van aardgas en olieproducten was lager, maar dat werd ruimschoots goed gemaakt door de sterke stijging van de export van basismetaal en metaalproducten, machines en installaties. Ook voerde Nederland aanzienlijk meer landbouwproducten uit.

Consumptie op hetzelfde niveau als een jaar eerder

Consumenten hebben ongeveer evenveel besteed als een jaar eerder. Het relatief zachte weer zorgde ervoor dat consumenten ook in het tweede kwartaal minder aardgas verbruikten. Consumenten gaven wel meer uit in de horeca. Ook aan duurzame goederen zoals kleding, elektronica, huishoudelijke apparaten en auto’s gaven consumenten weer meer uit. De uitgaven aan duurzame goederen groeien sinds eind 2013, na ruim twee jaar sterk te zijn gekrompen.

Investeringen in machines en computers blijven groeien

De investeringen lagen hoger dan een jaar eerder, net als in de voorgaande kwartalen. Wel was de groei kleiner dan in het eerste kwartaal. Bedrijven investeerden opnieuw meer in machines en computers. Dit is in lijn met de toegenomen bezettingsgraad en het toegenomen producentenvertrouwen in de industrie. De investeringen in bouwwerken daarentegen krompen, met name in de infrastructuur.

Groei industrie zwakt af

De industriële productie was, mede door verhoogde buitenlandse afname, 1,5 procent hoger dan een jaar eerder. De groei in de industrie zwakt echter wel af: de industrie groeide in het eerste kwartaal nog 3,7 procent. Vooral de basismetaalindustrie en de machine-industrie produceerden meer.

Ook de bedrijfstakken landbouw, bosbouw en visserij, vervoer, handel, horeca en zakelijke dienstverlening produceerden meer. Vervoer en handel profiteerden van de exportgroei. Daarentegen kromp de productie van de delfstoffenwinning doordat er minder aardgas werd opgepompt. Verder produceerden ook de energievoorziening, de bouw en de financiële instellingen minder.

Minder banen, wel meer uitzendkrachten

Er waren in het tweede kwartaal van dit jaar 80 duizend banen van werknemers minder dan een jaar eerder. Bijna alle bedrijfstakken kenden banenverlies. Het verlies was het grootst in de zorg, met 35 duizend banen. De zorg verliest vanaf eind 2012 banen, vooral door teruglopende werkgelegenheid in de kinderopvang en de thuiszorg.

In de bouw waren 21 duizend minder banen dan een jaar eerder. Het banenverlies in de bouw is het gevolg van de zeer sterke afname van de bouwproductie in eerdere jaren. Ook in de financiële dienstverlening gingen veel banen verloren.

In de zakelijke dienstverlening waren 14 duizend banen meer dan een jaar eerder, vooral bij de uitzendbureaus. Een stijgende inzet van uitzendkrachten vormt doorgaans de eerste fase in het herstel van de werkgelegenheid. Pas in een latere fase nemen bedrijven zelf weer meer mensen in dienst.

De PDF bevat het volledige persbericht inclusief tabellen en grafieken.