Schuld huishoudens fractie omlaag

De schuld van huishoudens en niet-financiële bedrijven kwam eind juni uit op ruim 1,3 biljoen euro. Dit is 223,7 procent van het bbp. Deze zogenaamde particuliere schuldquote was daarmee een fractie lager dan een kwartaal eerder (224,0 procent). Dit komt vooral doordat de totale hypotheekschuld van huishoudens iets is gedaald. De schuld van bedrijven veranderde nauwelijks.

Schuld huishoudens voor derde kwartaal op rij licht gedaald

De particuliere schuldquote is een van de elf indicatoren in het macro-economisch scorebord, waarmee de Europese Commissie beoordeelt of er macro-economische onevenwichtigheden in een land bestaan.  De schuld van de particuliere sector omvat behalve de leningen (grotendeels woninghypotheken) van huishoudens ook de leningen, obligaties, derivaten en kortlopende waardepapieren van niet-financiële vennootschappen.

In het tweede kwartaal daalde de schuldquote van de huishoudens iets. Eind juni bedroeg de schuld van huishoudens 127,4 procent van het bbp, tegen 127,8 procent eind maart. Het is de derde keer op rij dat de schuldquote van huishoudens iets afnam. De schuldquote van de niet-financiële vennootschappen veranderde nauwelijks en kwam eind juni uit op 96,3 procent. Deze schuldquote ligt al jaren tussen de 90 en 100 procent.

Schuld particuliere sector

Schuld particuliere sector

Hypotheekschuld huishoudens iets omlaag

Het grootste deel van de schulden van huishoudens bestaat uit woninghypotheken. Eind juni was de totale woninghypotheeksom met 669,3 miljard euro iets lager dan een kwartaal eerder (671,3 miljard). De hypotheekschuld van huishoudens daalt al drie kwartalen, maar wel in zeer geringe mate. Van 1995 tot medio 2012 nam de hypotheekschuld nog fors toe.

Woninghypotheken en totaal leningen huishoudens

Woninghypotheken en totaal leningen huishoudens

Particuliere schuld in ons land en in enkele andere West-Europese landen boven EU-norm

De particuliere schuldquote van Nederland van 223,7 procent in juni 2013 ligt ver boven de norm van 160 procent die de EU hanteert. Dat geldt ook voor enkele andere West-Europese landen. Eind 2012 – het meest recente jaar waarvoor een Europese vergelijking beschikbaar is - was de particuliere schuldquote in Ierland, Zweden, Portugal , België en Denemarken hoger dan die in Nederland. In tegenstelling tot Nederland hadden deze landen vooral een hoge schuldquote van niet-financiële vennootschappen. De schuldquote van de huishoudens was alleen in Denemarken hoger dan in Nederland.

Particuliere schuldquote eind 2012

Particuliere schuldquote eind 2012

Commissie monitort schuld particuliere sector

Sinds 2011 houdt de Europese Commissie de elf macro-economische indicatoren in de gaten. De Commissie concludeerde in april 2013 onder andere dat de particuliere schuld aandacht behoeft, omdat de hoge schuld bij huishoudens zowel voor hypotheekgevers als hypotheeknemers risico’s met zich meebrengt. Desalniettemin zag de Europese Commissie geen reden voor Europees ingrijpen. In het najaar zal de Europese Commissie de economische ontwikkelingen in de lidstaten weer tegen het licht houden.

Wouter Jonkers

Bronnen: