Kleinere economische krimp eerste kwartaal door nieuwe EU-richtlijn en additionele gegevens

  • Voor het eerst raming volgens nieuwe internationale richtlijnen
  • Scherper beeld economie op basis van nieuwe gegevens
  • Op basis van nieuwe richtlijnen en nieuwe data economische krimp 0,6 procent in eerste kwartaal

Vanaf vandaag voldoet Nederland als een van de eerste landen in de Europese Unie aan de nieuwe internationale richtlijnen voor de nationale rekeningen. Met ingang van september 2014 zijn deze richtlijnen verplicht voor alle Europese lidstaten. Dit heeft invloed op reeds gepubliceerde macro-economische cijfers en daarmee ook op de eerder dit jaar gepubliceerde eerste raming van de economische groei in het eerste kwartaal.

Nieuwe internationale richtlijnen en nieuwe gegevensbronnen

Recente economische ontwikkelingen – zoals globalisering en de snelle opkomst van de ICT-sector – krijgen mede door de nieuwe richtlijnen een groter gewicht bij het samenstellen van de cijfers.  Dit leidt tot hogere groeicijfers in de meer recente jaren, onder meer sterk in de elektrotechnische industrie. Daarnaast zijn op delen van de raming nieuwe gegevensbronnen ingezet. Hierbij kan bijvoorbeeld worden gedacht aan het loonaangifte- en het omzetbelastingbestand van de Belastingdienst, nieuwe statistieken van De Nederlandsche Bank en het vernieuwde handelsregister van de Kamer van Koophandel.

In aanvulling hierop is het relatieve belang van economische activiteiten opnieuw beoordeeld.  Een belangrijk voorbeeld hiervan is het gewicht van de aardgassector in de totale Nederlandse economie. De gasproductie en –consumptie was in het eerste kwartaal fors lager dan in hetzelfde kwartaal in 2013. Dit werd grotendeels veroorzaakt door het zachte winterweer. Zoals eerder gemeld op 15 mei, heeft dit een negatief effect gehad op de economische groei in het eerste kwartaal van 2014. Echter, het gewicht van de productie en consumptie van aardgas in de totale Nederlandse economie is gedaald. Hierdoor heeft de sterke daling van de gasproductie en –consumptie in de tweede raming een kleinere invloed op de groeicijfers van de totale economie dan in de eerste raming.

Dit hele proces staat ook bekend als een “revisie”. Revisies zijn een regulier onderdeel van het samenstellen van nationale rekeningen en vinden met enige regelmaat plaats. Op 6 maart werden de eerste resultaten hiervan voor het verslagjaar 2010 bekend.

Scherper beeld zakelijke dienstverlening en horeca

Naast de genoemde implementatie van de nieuwe richtlijnen, zijn er aanvullende gegevens van bedrijven in de zakelijke dienstverlening en de horeca beschikbaar gekomen. Ook dit is een belangrijke toevoeging die de tweede raming van de economische groei beïnvloedt. Ten tijde van een eerste raming is over circa 30 procent van de bedrijven in de horeca en zakelijke dienstverlening informatie beschikbaar. Op basis hiervan maakt het CBS elk kwartaal een eerste schatting van de ontwikkeling in deze bedrijfstakken en scherpt dit beeld aan naarmate er meer data beschikbaar komen. Op deze wijze kan zeer snel – binnen slechts 45 dagen na afloop van een kwartaal – een eerste voorlopige raming worden gepubliceerd. Bij de tweede raming, na 90 dagen,  is van circa 90 procent van de bedrijven informatie beschikbaar. Op basis van deze aanvullende informatie blijkt dat de ontwikkeling in de horeca en de zakelijke  dienstverlening in het eerste kwartaal nog positiever was dan eerder ingeschat. Dit draagt er aan bij dat de economische groei in de tweede raming hoger uitkomt dan in de eerste raming.

Tweede raming economische groei eerste kwartaal 2014

Op 15 mei publiceerde het CBS de eerste raming van de economische groei in het eerste kwartaal en kwam daarbij uit op een krimp van 1,4 procent. Op basis van de nieuwe EU-richtlijnen en de aanvullende gegevens kan nu een tweede raming worden afgegeven. Het resultaat is dat de economie in eerste kwartaal is gekrompen met 0,6 procent. Het verschil wordt vrijwel geheel verklaard door de effecten die hierboven zijn beschreven.

Ten opzichte van een jaar eerder was in het eerste kwartaal van 2014 sprake van een nulgroei van de Nederlandse economie. Volgens de oude raming kromp de Nederlandse economie in het eerste kwartaal 2014 met 0,5 procent ten opzichte van het eerste kwartaal 2013.

Banenverlies in eerste kwartaal 21 duizend

Op basis van aangevulde broninformatie is ook de informatie over banen licht aangepast. In het eerste kwartaal van 2014 waren er volgens de tweede raming 21 duizend banen van werknemers minder dan in het voorgaande kwartaal. Volgens de eerste raming bedroeg de daling 32 duizend. Ten opzichte van een jaar eerder was de daling 114 duizend banen. De lonen per arbeidsjaar waren in het eerste kwartaal 1,5 procent hoger dan in het eerste kwartaal van 2013.

Nieuwe jaar- en kwartaalcijfers over periode 2001-2013

Met de publicatie van de tweede raming van het eerste kwartaal van 2014 is ook de tijdreeks 2001-2013 opnieuw vastgesteld. Voor de meest recente jaren, waarbij ook nieuwe informatie is ingezet, komt de raming voor 2011 uit op 1,7 procent (oude raming 0,9), voor 2012 op -1,6 procent (oude raming -1,2) en  voor 2013 op -0,7 procent (oude raming -0,8).

Behalve de jaarcijfers zijn ook alle kwartaalcijfers in de periode 2001-2013 opnieuw vastgesteld. Voor enkele kwartalen heeft dit geleid tot wat grotere verschillen met de oude raming. Het economische beeld blijft op hoofdlijnen hetzelfde.