Industriebeeld: producentenvertrouwen industrie valt terug

De stemming onder de ondernemers in de industrie is in oktober verslechterd. Het producentenvertrouwen daalde van -0,5 in september naar -3,2 in oktober. De vertrouwensindicator kwam daarmee op hetzelfde niveau uit als in augustus.

De industrie behaalde in augustus 16 procent meer omzet dan een jaar eerder. In juli bedroeg de groei 14 procent. Augustus had in 2011 een werkdag meer dan in 2010. Het positieve effect op de omzetontwikkeling wordt geraamd op ongeveer 2 procent. De door de industrie verkochte producten waren bijna 10 procent duurder dan een jaar eerder. De gemiddelde dagproductie van de Nederlandse industrie was in augustus ruim 1 procent groter dan in augustus 2010. Daarmee is de productiegroei gehalveerd ten opzichte van die in juni en juli. In nagenoeg alle branches van de industrie was er sprake van een kleinere productiegroei dan in juli.

In het tweede kwartaal van 2011 groeide de Nederlandse economie met 1,6 procent ten opzichte van dezelfde periode een jaar eerder.

Productiegroei en producentenvertrouwen

Productiegroei en producentenvertrouwen

Ondernemers veel somberder over orderpositie en toekomstige productie

Het producentenvertrouwen is samengesteld uit drie deelindicatoren: het oordeel over de orderpositie, de verwachte productie in de komende drie maanden en het oordeel over de voorraden gereed product.

Zowel over de orderpositie als over de toekomstige productie waren de ondernemers in oktober veel somberder dan in september. Het oordeel over de voorraden verslechterde ook, maar in mindere mate.

Het aantal ondernemers dat verwacht de personeelsomvang in de komende drie maanden uit te breiden was in oktober voor de vierde maand op rij kleiner dan het aantal dat verwacht het personeelsbestand in te krimpen. In deze periode is de groep die een krimp voorziet steeds iets groter geworden.

De ondernemers gaven aan dat de waarde van hun orderontvangsten in de afgelopen drie maanden is afgenomen. Met 100,2 bereikte de index orderpositie (orders uitgedrukt in maanden werk) het laagste niveau sinds juli 2010.

De bezettingsgraad was in oktober met 80,1 procent iets lager dan in juli (80,9 procent). Een kwart van de ondernemers beschouwde onvoldoende vraag als een productiebelemmering, tegen een vijfde een kwartaal eerder. Het aantal ondernemers dat de productiecapaciteit te groot vond was in oktober iets groter dan het aantal dat de productiecapaciteit als te klein beoordeelde. De ondernemers gaven aan dat de concurrentiepositie op zowel de binnenlandse als de buitenlandse markt in de afgelopen drie maanden iets is verbeterd.

Voorraden lopen verder op

De ondernemers in de industrie hielden in augustus 15 procent meer voorraad gereed product aan dan in augustus 2010. De toename was groter dan in voorgaande maanden. De index van de voorraden gereed product (2005=100) kwam in augustus uit op 110,3 tegen 107,2 in juli.

Omzet neemt toe in alle branches

In de transportmiddelenindustrie, de basismetaal- en metaalproductenindustrie en in de aardolie-, chemische, rubber- en kunststofproductenindustrie nam de omzet in augustus 2011 met circa een vijfde toe. In de laatstgenoemde branche kan de toename van de omzet vrijwel geheel worden toegeschreven aan prijsstijgingen. De omzet in de voedings- en genotmiddelenindustrie nam toe met 13 procent, waarvan tweederde aan hogere prijzen valt toe te rekenen. De omzet van de elektrotechnische en machine-industrie nam met 12 procent toe.

In augustus werd op zowel de buitenlandse markten als op de binnenlandse markt 16 procent omzetgroei behaald.

Alleen voedings- en genotmiddelenindustrie produceert iets minder

Met 14 procent nam de productie het sterkst toe in de transportmiddelenindustrie. Ook in de basismetaal- en metaalproductenindustrie (3 procent) en de elektrotechnische en machine-industrie (2 procent) groeide in augustus 2011 de productie. De aardolie-, chemische, rubber- en kunststofproductenindustrie produceerde een procent meer, terwijl de voedings- en genotmiddelenindustrie een fractie minder produceerde dan een jaar eerder.

Bruto toegevoegde waarde industrie neemt toe

De economische groei van 1,6 procent in het tweede kwartaal van 2011 ten opzichte van een jaar eerder is veel kleiner dan de groei van 2,8 procent in het eerste kwartaal. Ten opzichte van het eerste kwartaal nam het bruto binnenlands product (bbp) in het tweede kwartaal met 0,2 procent toe. Hierbij is rekening gehouden met werkdag- en seizoeneffecten.

De goederenproducenten leverden 1,7 procent meer productie dan een jaar eerder. Met circa 4 procent was de groei het grootst in de bouwnijverheid en de industrie. Bij de commerciële dienstverleners bedroeg de toename 2,2 procent en bij de overheid en de zorg 1,6 procent.

De investeringen namen met 4,8 procent toe ten opzichte van een jaar eerder. Daarmee was de investeringsgroei een stuk kleiner dan een kwartaal eerder, toen de groei nog 10,1 procent bedroeg. Met name bij de investeringen in bouwwerken was de toename veel minder groot dan in het eerste kwartaal, toen de bouwnijverheid profiteerde van het zachte weer.

Huishoudens consumeerden 0,6 procent minder dan in het tweede kwartaal van 2010. De huishoudens besteedden iets meer aan diensten en duurzame goederen, maar daar tegenover stonden een lager gasverbruik en een afname van de bestedingen aan voedings- en genotmiddelen. De overheidsconsumptie was 0,6 procent hoger dan een jaar eerder.

De uitvoer groeide met 5,3 procent en de invoer met 4,4 procent. Daarmee was zowel de toename van de uitvoer als die van de invoer kleiner dan in het eerste kwartaal.

De Industrieradar toont in oktober een minder gunstig beeld: 4 van de 6 indicatoren zijn achteruitgegaan ten opzichte van een maand eerder. Alleen twee indicatoren die samenhangen met de producenten laten een lichte verbetering zien.