Veel hoogopgeleide werkers maar lage deelname bètastudies

Het aantal hoger opgeleiden in wetenschap en technologie en ook werkzaam op dit terrein is in Nederland onverminderd hoog. Dit staat in schril contrast met het aantal afgestudeerden in een bètarichting waarmee Nederland internationaal gezien hardnekkig laag scoort. Dit staat in ’Het Nederlandse ondernemingsklimaat in cijfers 2009’.

Hoogopgeleiden in de wetenschap en technologie

2009-hoogopgeleiden-gr1

Economische groei en opleidingsniveau

De beschikbaarheid van hoogopgeleid personeel is van steeds groter belang voor het realiseren van economische groei. De hoogopgeleiden werkzaam in wetenschap en technologie vormen een belangrijke groep van de feitelijke inzet van hoogopgeleid personeel in het arbeidsproces. In 2007 behoorde ruim één op de vijf werknemers in Nederland tot deze groep. Nederland bleef met dit aandeel werkzame hoogopgeleiden niet ver achter bij de Scandinavische landen en België, die de Europese kopgroep vormen.

Aandeel hoger opgeleiden in de bevolking van 25-65 jaar

2009-hoogopgeleiden-gr2

Hoogopgeleiden

Het aandeel hoogopgeleiden onder de bevolking van 25 tot 65 jaar geeft het totale potentiële aanbod van hooggekwalificeerde arbeid weer en daarmee op korte termijn ook de grens van dit aanbod. Ondanks een toename van het aandeel hoogopgeleiden in 2006 ten opzichte van het gemiddelde in de periode 2001-2005, blijft Nederland op dit punt tot de middengroep van de benchmarklanden behoren. De kloof tussen Europa en koplopers Canada, Japan en de Verenigde Staten is groot. Op Europees niveau is Nederland in de periode 2001-2006 bovendien voorbijgestoken door Ierland en Zweden.

Afgestudeerden in een bètarichting

2009-hoogopgeleiden-gr3

Weinig afgestudeerden in bètarichting

Het aandeel afgestudeerden in een bètarichting is in Nederland teruggelopen tot 11 procent in 2006. Nederland loopt op dit gebied achter op vrijwel alle onderzochte landen. Het arbeidsaanbod van bèta’s vanuit het Nederlandse hoger onderwijs zal in de nabije toekomst dus ook niet toenemen. Wiskunde- en natuurwetenschappelijke prestaties vormen een eerste indicatie voor het aantal hoger opgeleide bèta’s in de toekomst. De leerprestaties van 15-jarige leerlingen in Nederland op het gebied van wis- en natuurkunde zijn internationaal behoorlijk goed. Het lijkt dus niet zo te zijn dat wiskunde en natuurkunde ‘te moeilijk’ zijn voor Nederlandse leerlingen.

Andries Kuipers