Arbeidsparticipatie van moeders blijft stijgen

In 2007 had meer dan de helft van de vrouwen met minderjarige kinderen een deeltijdbaan. Dat is een toename in vergelijking met 2006. Vooral het aandeel moeders met een grote deeltijdbaan is gestegen. Een baan van drie dagen in de week is het meest populair.

Kwart moeders werkt drie dagen in de week

In 2007 werkte twee derde van de moeders meer dan 12 uur per week en behoorde daardoor tot de werkzame beroepsbevolking. De meeste werkende moeders hadden een deeltijdbaan. Ruim een kwart van de vrouwen werkte drie dagen in de week (20-27 uur). Minder dan een op de tien had een voltijdbaan (35 uur of meer).

Arbeidsduur vrouwen met minderjarige kinderen, 2007

Arbeidsduur vrouwen met minderjarige kinderen, 2007

Grotere deeltijdbaan wint aan populariteit

Het werken in deeltijd neemt al jaren toe. In 2007 is vooral het aandeel moeders met een grote deeltijdbaan toegenomen. Zo is het aandeel moeders met een baan van 20–27 uur per week en van 28–34 uur per week in 2007 met circa 2 procentpunt toegenomen. Dit ging ten koste van de banen van 12–19 uur en van het aandeel niet-werkende moeders. Het aandeel voltijdwerkende moeders bleef onveranderd.

Arbeidsduur vrouwen met minderjarige kinderen

Arbeidsduur vrouwen met minderjarige kinderen

Hoogopgeleide moeders hebben grote banen

In 2007 hadden bijna twee van de vijf hoogopgeleide moeders een baan van 28 uur per week of meer. Dat is ruim tweemaal zo hoog als bij laagopgeleide moeders. Van deze laatste categorie behoorde meer dan de helft niet tot de werkzame beroepsbevolking. Middelbaar opgeleide moeders hadden vaker dan gemiddeld een iets kleinere deeltijdbaan (12–19 uur per week).

Arbeidsduur vrouwen met minderjarige kinderen naar opleidingsniveau, 2007

Arbeidsduur vrouwen met minderjarige kinderen naar opleidingsniveau, 2007

Johan van der Valk

Bron: Arbeidssituatie moeders, 1996-2007