Bouwkosten woningen toegenomen

De bouwkosten van woningen waarvoor een bouwvergunning is verleend, zijn in 1998 gemiddeld 7% hoger dan in 1997. De prijsstijging komt voor het grootste deel doordat de inhoud van de woningen met 4,7% is toegenomen, van 427 tot 447 m3. Per m3 gerekend, is de prijs in 1998 maar 2,2% hoger dan in het jaar ervoor.

Lagere bouwkosten in grote stadsgewesten

De hoogte van de bouwkosten – dat zijn de kosten van arbeid en materiaal (aanneemkosten excl. BTW), dus exclusief de grondkosten, architectenhonoraria, e.d. – wordt mede beïnvloed door de regio waar wordt gebouwd. In gebieden waar op grote schaal wordt gebouwd, zijn de bouwkosten namelijk in het algemeen iets lager. Ook de eigendomssituatie heeft invloed op de bouwkosten, want huurwoningen worden goedkoper gebouwd dan koopwoningen.

In de zeven grote stadsgewesten zijn de bouwkosten in 1998 gemiddeld 164 000 gulden. Dat is 4 000 gulden minder dan het landelijk gemiddelde. In de jaren 1995 tot en met 1997 waren de verschillen iets groter: tussen de 5 000 en 6 000 gulden. In de specifieke VINEX-bouwgemeenten binnen deze stadsgewesten zijn de prijzen gemiddeld nog weer 3 000 gulden lager.

Huurwoningen kleiner en goedkoper

De bouwkosten van huurwoningen zijn gemiddeld 74 000 gulden lager dan die van koopwoningen. De verhoudingen blijven ongeveer constant: door de jaren heen bedragen de bouwkosten van een huurwoning gemiddeld 60% van de bouwkosten van een koopwoning. Tussen 1995 en 1998 zijn de bouwkosten van koopwoningen met 14% en van huurwoningen met 13% toegenomen.

De prijsverschillen worden voor het grootste deel veroorzaakt door de grootte van de woningen. Huurwoningen hebben gemiddeld een inhoud van 320 m3. Koopwoningen zijn gemiddeld ruim anderhalf keer zo groot: 490 m3.

De prijs per m3 van huurwoningen – 355 gulden per m3 – is maar 8% lager dan van koopwoningen. Voor koopwoningen is de m3-prijs tussen 1995 en 1998 met 10% toegenomen, voor huurwoningen met 7%.

Bouwkosten huur- en koopwoningen

Bouwkosten huur- en koopwoningen
Bert Bunschoten

Bron: CBS, Maandstatistiek Bouwnijverheid, april 1999