Ruim een vijfde van de alleenstaanden heeft een lat-relatie

Niet alle alleenstaanden zijn ook single: ruim twintig procent van de volwassen alleenstaanden of alleenstaande ouders woont niet samen, maar heeft wel een partner. Jongeren hebben vaker zo’n lat-relatie dan ouderen. Zij willen in de toekomst meestal met deze partner gaan samenwonen of trouwen. Oudere alleenstaanden, vooral vrouwen, willen dat veel minder vaak.

Alleenstaand maar niet single

Het aantal personen dat als alleenstaande of alleenstaand ouder geregistreerd staat, neemt nog altijd toe. Op 1 januari 2014 waren dat er ruim 3,3 miljoen. Een deel van hen heeft echter wel een partner, maar woont daar niet mee samen. Omdat uit de bevolkingsstatistieken niet kan worden bepaald hoe vaak dit voorkomt, is hiernaar gevraagd in een enquête onder mensen van 18 tot 80 jaar. Daaruit blijkt dat 22 procent van de alleenstaanden en alleenstaande ouders een lat-relatie heeft.

Vooral jonge alleenstaanden hebben een lat-relatie

Er bestaan duidelijke verschillen tussen leeftijdsgroepen. Onder de jongste groep alleenstaanden heeft ruim een derde een lat-relatie. Bij de dertigers en veertigers is dat ruim een kwart. Alleenstaanden boven de 65 hebben aanmerkelijk minder vaak een partner met wie zij niet samenwonen: minder dan 10 procent. Het aandeel van de alleenstaanden dat een lat-relatie heeft, wijkt per leeftijdsgroep niet af van 2003.

Lat-relaties komen daarnaast vaker voor bij hoogopgeleiden en bij mensen die een scheiding achter de rug hebben. Ook hebben, binnen de groep alleenstaanden, alleenstaande ouders vaker een partner buiten het huishouden dan mensen die alleen wonen.

Hoe ouder, hoe minder vaak de wens om te gaan samenwonen

De meeste alleenstaanden met een relatie willen in de toekomst niet blijven latten. Twee derde wil uiteindelijk met de huidige partner gehuwd of ongehuwd gaan samenwonen. Met de leeftijd neemt dat aandeel echter sterk af. Jongeren willen bijvoorbeeld vrijwel zonder uitzondering ooit bij hun partner intrekken en verwachten ook vaak te trouwen. Van de 50- tot 79-jarigen wil vier op de tien gaan samenwonen.
De reden om niet te gaan samenwonen is voor meer dan twee derde van alle mensen met een lat-relatie dat ze hun vrijheid willen behouden. Voor ruim 15 procent zijn het vooral slechte ervaringen in een eerdere samenwoonrelatie, eenzelfde aandeel noemt eigen kinderen of die van de partner als reden.

Vooral vrouwen boven de veertig hebben voorkeur voor een lat-relatie

Vier op de tien vrouwen willen de lat-relatie behouden en niet gaan samenwonen, twee keer zo vaak als mannen. Het verschil tussen mannen en vrouwen geldt vooral voor veertigplussers: bijna twee derde van de vrouwen en een derde van de mannen verkiest de lat-relatie boven samenwonen. Bij de veertigminners geven van zowel de mannen als vrouwen een op de tien de voorkeur aan het apart wonen.

Bron: Lat-relaties, 2013 (maatwerk)