Twee miljoen allochtonen in 2015

Van de niet-westerse allochtonen in Nederland behoort 70% tot de eerste generatie. Dit zijn allochtonen die als immigrant naar Nederland zijn gekomen. Deze groep heeft een migratieoverschot van ongeveer 30 000 personen per jaar. Daardoor groeit de eerste generatie van ruim 800 000 personen in 1998 tot bijna 1,3 miljoen in 2015.

De tweede generatie van niet-westerse allochtonen bestaat in 1998 uit bijna 350 000 personen. Dit zijn in Nederland geboren kinderen van ouders die zelf afkomstig zijn uit een niet-westers land. De eerste generatie is nog vrij jong. De komende jaren zullen veel allochtonen de leeftijd bereiken om kinderen te krijgen. Bovendien krijgen allochtonen gemiddeld meer kinderen dan Nederlanders. Als de huidige ontwikkelingen aanhouden, verdubbelt de omvang van de tweede generatie, tot ruim 700 000 personen in 2015.

In totaal wonen in 1998 in Nederland 1,2 miljoen niet-westerse allochtonen. In 2015 zullen dat er 2,0 miljoen zijn.

Aantal Aziaten groeit snel

De snelst groeiende groep allochtonen wordt gevormd door mensen uit Aziatische landen. Vooral het aantal vluchtelingen uit landen als Irak, Iran en Afghanistan is de jaren negentig sterk toegenomen. Voor de komende jaren wordt een migratiesaldo van Aziaten verwacht van ongeveer 15 000 per jaar. Ongeveer 60% van de asielzoekers zal uit Aziatische landen komen.

Turken grootste groep

Allochtonen met een Turkse achtergrond vormen op dit moment met 280 000 personen de grootste groep niet-westerse allochtonen. Verwacht mag worden dat de komende jaren vooral de tweede generatie sterk toeneemt. Doordat de immigratie uit Turkije terugloopt, groeit de eerste generatie veel minder sterk.

Het aantal Marokkaanse allochtonen groeit echter sterker dan het aantal Turkse allochtonen. Op dit moment zijn er ruim 230 000 Marokkanen, dit is 50 000 minder dan het aantal Turken. In 2015 zijn er naar verwachting evenveel Marokkanen als Turken, ruim 370 000.

Tweede generatie Marokkanen

Vooral de tweede generatie Marokkanen groeit snel. Marokkanen krijgen namelijk meer kinderen dan Turken. Tegenwoordig krijgen Marokkaanse vrouwen in Nederland ruim drie kinderen. In 2015 is dit teruggelopen tot 2,5 kinderen per vrouw. Turkse vrouwen krijgen dan gemiddeld twee kinderen.

Surinamers en Antillianen krijgen minder kinderen dan Turken en Marokkanen. Gemiddeld krijgen Surinaamse en Antilliaanse vrouwen ongeveer evenveel kinderen als de doorsnee Nederlandse vrouw. Daardoor is de groei van het aantal Surinamers en Antillianen minder groot dan van het aantal Turken en Marokkanen.

Onzekerheid

Prognoses van het aantal allochtonen in het jaar 2015 zijn uiteraard onzeker. De verwachte groei van de eerste generatie hangt af van de veronderstelling dat Nederland de komende jaren een immigratieland blijft. Minder onzeker is de groei van de tweede generatie. Deze groei wordt immers in belangrijke mate bepaald door de nu reeds in Nederland woonachtige allochtonen.

Niet-Westerse allochtonen

Niet-Westerse allochtonen
Maarten Alders

Bron: CBS, Allochtonenprognose