Werkgelegenheid culturele instellingen met rijkssubsidie daalt met 15 procent

Bij de culturele instellingen met rijkssubsidie werkten eind 2013 ruim 13 procent minder mensen dan in 2010. In deze periode is een structurele bezuiniging van 200 miljoen doorgevoerd op de middelen voor kunst en cultuur. In arbeidsjaren (vte’s) daalde de werkgelegenheid nog iets sterker, namelijk met bijna 15 procent. De daling van het aantal werknemers gaat namelijk gepaard met een afname van het aandeel voltijdbanen. Dit meldt CBS.

In 2013 is de nieuwe meerjarige subsidieperiode ingegaan, de eerste waarin de subsidie is teruggebracht van ongeveer 900 naar ongeveer 700 miljoen. Het grootste deel van de bezuiniging is gerealiseerd door een herinrichting van de Culturele Basisinfrastructuur (BIS) en de rijkscultuurfondsen.
Het aantal rijksgesubsidieerde instellingen is tussen 2010 en 2013 teruggebracht van 346 naar 225. Het gaat daarbij om instellingen voor bijvoorbeeld podiumkunsten, musea en beeldende kunst.

De werkgelegenheidscijfers hebben tot en met 2012 betrekking op de 346 instellingen die een rijkssubsidie ontvingen en vanaf 2013 op de 225 resterende rijksgesubsidieerde instellingen.

Werkgelegenheid rijksgesubsidieerde culturele instellingen

Aantal voltijdbanen daalde met ruim een vijfde

Het aantal voltijdbanen bij de gesubsidieerde culturele instellingen liep in drie jaar tijd met ruim een vijfde terug, van 3 920 in 2010 naar 3 110 in 2013. Meer mensen gingen vier dagen per week werken. In 2013 lag het aantal werknemers met een baan tussen de 0,8 en 1 vte 11 procent hoger dan in 2010.

Werknemers naar arbeidsduur

Vier op de tien uitstromers zonder nieuw werk

Van degenen die in 2010 bij een gesubsidieerde culturele instelling in dienst waren, maar in 2013 niet meer, was 42 procent eind 2013 niet meer aan het werk. 13 procent was ouder dan 55 jaar en stroomde door naar een pensioenuitkering.
Van de kleine groep jongeren gingen er veel terug naar de collegebanken of deden een stage. Twee op de tien uitstromers die in 2013 niet meer werkten hadden een uitkering (meestal WW) of helemaal geen (persoonlijk) inkomen.

Meer dan de helft van degenen die sinds 2010 uitstroomden ging wel weer aan het werk. Van hen had het grootste deel in 2013 weer een baan als werknemer gevonden, soms in combinatie met werk als zelfstandige. In de meeste gevallen ging het om betrekkingen met een contract voor bepaalde tijd of voor maximaal vier dagen in de week. Ongeveer de helft van de uitstromers die in 2013 werkten, deed dat in de creatieve industrie, maar niet bij een gesubsidieerde instelling.

In- en uitstroom werknemers rijksgesubsidieerde culturele instellingen

Schema in- en uitstroom werknemers

Verband met bezuiniging niet nauwkeurig aan te geven

De bezuiniging van 200 miljoen op de gehele culturele sector is voortgekomen uit het regeerakkoord van het kabinet Rutte I. Aan de culturele instellingen zelf is overgelaten op welke manier zij de vermindering van de subsidie opvangen. CBS heeft alleen de personele ontwikkeling onderzocht. Het verband met de bezuinigingen kan daardoor niet nauwkeurig worden aangegeven.

Minister Jet Bussemaker van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap heeft in juni 2015 aangekondigd dat ze voor de nieuwe subsidieperiode 2017-2020 uit haar cultuurbegroting € 18,6 miljoen extra vrijmaakt.