In alle provincies in 2012 minder banen

Het aantal banen was eind december 2012 in alle provincies lager dan een jaar eerder. Ook in bijna alle grootstedelijke agglomeraties verdwenen vorig jaar banen. Uitzondering waren de regio’s Apeldoorn, Utrecht en ’s- Hertogenbosch.

In dit artikel wordt nader ingegaan op de ontwikkeling van de banen naar regio in 2012 ten opzichte van 2011. Hierin zijn de eerste tekenen van voorzichtig economisch herstel (uit 2013) nog niet zichtbaar.

Sterkste daling in Groningen

In 2012 nam in alle provincies het aantal banen af. De daling was relatief het grootst in Groningen. Daar daalde het aantal banen met 2,6 procent. De zwakste daling vond plaats in de provincies Utrecht en Drenthe, waar het aantal banen met respectievelijk 0,7 en 0,6 procent afnam. Voor heel Nederland kwam het baanverlies in 2012 uit op 1,3 procent.

Ontwikkeling banen per provincie, 2012

grafiek ontwikkeling banen per provincie

Ook de meeste grootstedelijke agglomeraties vertonen baanverlies

Op een lager regionaal niveau, dat van grootstedelijke agglomeratie, was er in de meeste gevallen eveneens een teruggang van banen. Apeldoorn valt in positieve zin op. Deze relatief kleine regio vertoonde een groei van 2,5 duizend banen. Ook agglomeraties Utrecht en ’s- Hertogenbosch kenden in 2012 een geringe banengroei.

In negatieve zin sprong Leeuwarden eruit. Daar verdwenen absoluut gezien in 2012 bijna 4,5 duizend banen. Ook in de regio’s Breda en Nijmegen verdwenen veel banen.

Ontwikkeling aantal banen per grootstedelijke agglomeratie, 2011 en 2012

grafiek ontwikkeling banen grootstedelijke agglomeratie

Vier grootste regio’s: commerciële dienstverlening overheersend

De vier grootste regio’s bestaan, naar aantallen banen gemeten, uit: Amsterdam, Rotterdam, ’s-Gravenhage en Utrecht. Binnen ieder van deze grote regio’s was het aandeel banen in de commerciële dienstverlening overheersend. Het ging hier vooral om banen in de detailhandel en de uitzendbureaus.

Banen naar sector in de vier grootste agglomeraties, 2012

grafiek banen naar sector in de vier grootste gemeenten
Regio ’s-Gravenhage verloor minder banen dan in 2011

In 2012 waren er in de gehele regio ’s-Gravenhage 10 duizend banen minder dan in 2011. Dat was minder dan in 2011, toen het baanverlies ruim 14 duizend beliep. Het grootste verlies deed zich voor in de commerciële dienstverlening: daar verdwenen meer dan 5 duizend banen. De bedrijfstak verhuur en overige zakelijke diensten nam hiervan 1,5 duizend banen voor haar rekening.

In de niet-commerciële dienstverlening bestonden eind 2012 bijna 3,5 duizend banen minder dan het jaar ervoor. Ruim 2 duizend banen hiervan kwamen uit een teruggang bij de bedrijfstak openbaar bestuur en overheidsdiensten.

Groei in regio Utrecht bij zorg en overheidsdiensten

Opvallend is dat er in 2012 in de regio Utrecht banengroei optrad in de commerciële en niet-commerciële dienstverlening. In de gezondheids- en welzijnszorg zijn er ruim 3 duizend banen bijgekomen. Het aantal banen bij openbaar bestuur en overheidsdiensten stond in 2012 bijna 2 duizend in de plus. Zowel in het stedelijk gebied Amsterdam als Rotterdam was er per saldo banenverlies. In Amsterdam deed zich dit vooral voor in de commerciële dienstverlening, in het bijzonder in de financiële dienstverlening. Hier was de krimp 3,5 duizend banen. Echter, in de regio Amsterdam kwamen er bij de bedrijfstak handel 2 duizend en in het onderwijs ruim 500 banen bij.

Ontwikkeling aantal banen in de vier grootste agglomeraties, 2012

grafiek ontwikkeling banen in de vier grootste agglomeraties

Horeca een van de weinige bedrijfstakken met banengroei

In de bedrijfstak horeca ontstonden in 2012 bijna 5 duizend banen. De grootstedelijke gebieden Amsterdam en Utrecht hadden de sterkste toename van horecabanen. De horeca raakte banen kwijt in zuidelijke gebieden als Breda, Tilburg en Maastricht.

Ontwikkeling aantal banen in de horeca naar grootstedelijke agglomeratie, 2012

grafiek ontwikkeling banen horeca naar grootstedelijke agglomeratie

Jan van der Worp

Bron: StatLine, Banen van werknemers naar economische activiteit en regio