Vrouwen motor achter groeiende arbeidsdeelname ouderen

Tussen 1996 en 2008 is de bruto-arbeidsparticipatie van de 50- tot 65-jarigen opgelopen van 42 naar 58 procent. Als de vergrijzing buiten beschouwing gelaten wordt, is bijna twee derde van de toename toe te schrijven aan vrouwen. Dat komt vooral door de instroom van jongere generaties vrouwen, die vaker betaald werk hebben.

Verdubbeling bij oudere vrouwen

De bruto-arbeidsparticipatie van vrouwen in de leeftijdsgroep 50 tot 55 jaar kwam in 2008 uit op 66 procent. Dat is ruim anderhalf keer zo veel als in 1996. Onder vrouwen van 60 tot 65 jaar verdrievoudigde de arbeidsdeelname tot 18 procent in 2008.

Bruto-arbeidsparticipatie van vrouwen naar leeftijd

Vrouwen motor achter groeiende arbeidsdeelname ouderen

Bij jongere generaties meer vrouwen aan het werk

In de periode 1996-2008 speelt bij de arbeidsdeelname van vrouwen de generatie duidelijk een rol. Bij indeling naar 5-jaarsgeboortegroepen ligt de bruto-arbeidsparticipatie van elke jongere generatie aanmerkelijk hoger dan die van de voorafgaande, oudere generatie. Dit suggereert dat de arbeidsdeelname van vrouwen van 50 tot 65 jaar de komende jaren nog zal toenemen.

Bruto-arbeidsparticipatie vrouwen van 45 tot 65 jaar naar geboortegroep

Bruto-arbeidsparticipatie vrouwen van 45 tot 65 jaar naar geboortegroep

Bij mannen van 50 tot 55 jaar beperkte groei

Bij de oudere mannen groeide de arbeidsdeelname minder sterk dan bij vrouwen. Zo nam tussen 1996 en 2008 het aandeel van 55 tot 60 jaar en van 60 tot 65 jaar dat actief is op de arbeidsmarkt weliswaar toe met 20 procentpunt, maar bij de 50- tot 55-jarigen steeg het aandeel van 86 naar 89 procent. Wel hadden mannen in deze periode steeds een hogere arbeidsdeelname dan vrouwen. Bij mannen is de invloed van de generatie op de arbeidsdeelname beperkt.

Bruto-arbeidsparticipatie mannen naar leeftijd

Bruto-arbeidsparticipatie mannen naar leeftijd

Ongeveer 900 duizend ouderen erbij op de arbeidsmarkt

Het aantal 50- tot 65-jarigen op de arbeidsmarkt is in de periode 1996-2008 gestegen van 970 duizend naar ongeveer 1,9 miljoen. Ruim de helft van de groei is toe te rekenen aan het door de vergrijzing toegenomen aantal ouderen. De overige 420 duizend komen voort uit de daadwerkelijk gestegen arbeidsparticipatie. Hiervan is 62 procent vrouw. 

Gemiddelde werkweek wordt iets korter

Het gemiddelde aantal uren dat werknemers van 50 tot 65 jaar wekelijks volgens contract werken neemt af. Bij mannen in de werkzame beroepsbevolking daalde het van 37,8 naar 36,5 uur, bij de vrouwen van 26,1 uur naar 25,4 uur. Dit komt onder meer door de opmars van deeltijdwerk, vooral onder het sterk toegenomen aantal werkende vrouwen. Daarnaast spelen ook algemene arbeidsduurverkortingen en leeftijdsgebonden regelingen een rol. 

Ferdy Otten en Clemens Siermann

Bron: StatLine, Arbeidsdeelname 15 jaar of ouder