Gedwongen ontslag

Met gedwongen ontslag wordt in dit artikel bedoeld: ontslag op initiatief van de werkgever of ontslag door faillissement. De volgende wijzen om een arbeidsovereenkomst te beëindigen blijven buiten beschouwing:

  • beëindiging van rechtswege (zoals aflopen van een tijdelijk contract of het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd);
  • ontslag tijdens de proeftijd van de werknemer;
  • beëindiging op initiatief van de werknemer.

Ook ontslag op staande voet blijft buiten beschouwing. Hierover ontbreken gegevens. Ontslag op staande voet is bijvoorbeeld mogelijk als een werknemer zijn werkgever heeft opgelicht. Andere redenen zijn dronkenschap, mishandeling van collega's of diefstal. Ontslag op staande voet gaat niet via de rechter, maar als een werknemer dit wil aanvechten, kan dit via een dagvaardingsprocedure bij de rechtbank.

Ontslag op initiatief van de werkgever via de kantonrechter of UWV Werkbedrijf
Gedwongen ontslag via de kantonrechter of via UWV Werkbedrijf (voorheen het CWI), is mogelijk op persoonlijke gronden, om bedrijfseconomische of bedrijfsorganisatorische redenen, of in verband met arbeidsongeschiktheid. Van ontslag op persoonlijke gronden kan bijvoorbeeld sprake zijn als een werknemer onvoldoende functioneert, een verstoorde werkrelatie met de werkgever heeft of ernstige gewetensbezwaren heeft, terwijl er geen mogelijkheden zijn de werknemer aangepast werk te laten doen.
Ontslag om bedrijfseconomische of bedrijfsorganisatorische redenen is mogelijk als een bedrijf in financiële moeilijkheden verkeert, bij een reorganisatie, als het bedrijf een deel van zijn taken afstoot en bij een verhuizing van het bedrijf. Een zieke werknemer heeft recht op ontslagbescherming, maar als de re-integratie niet is gelukt, mag een werkgever de werknemer na twee jaar ziekte ontslaan.
De aantallen gedwongen ontslagen via de kantonrechter zijn gebaseerd op het aantal ingediende ontbindingsverzoeken. Het is niet precies bekend in hoeverre de rechtbanken ontbindingsverzoeken honoreren. Het is echter aannemelijk dat in verreweg de meeste gevallen de arbeidsovereenkomst ook daadwerkelijk wordt ontbonden.

Niet alle door het UWV verleende ontslagvergunningen leiden overigens daadwerkelijk tot ontslag. Het is bijvoorbeeld mogelijk dat er op de valreep nog een order bij het bedrijf binnenkomt waardoor het ontslag uiteindelijk niet doorgaat.

Een werkgever hoeft sinds enkele jaren niet in alle gevallen ontslag aan te vragen bij UWV Werkbedrijf of de kantonrechter. Dit is het geval bij ontslag met wederzijds goedvinden. Dit kan effect hebben gehad op (de ontwikkeling van) het aantal ontslagprocedures.

Ontslag door faillissement
Een bijzondere categorie van gedwongen (massa-)ontslag is het gevolg van faillissementen. Wanneer de rechter een bedrijf failliet verklaart, zal de curator alle werknemers ontslaan. Dit gebeurt zonder tussenkomst van de kantonrechter of van het UWV. Het ontslag hoeft niet direct na het moment van faillissement te volgen. In bepaalde gevallen kan de curator bepaalde werknemers enige tijd in dienst houden, bijvoorbeeld om lopende zaken af te handelen of om noodzakelijke functies te vervullen.
Mocht na het faillissement een doorstart worden gerealiseerd, dan kan een deel van de werknemers, vaak direct na het ontslag, weer in dienst worden genomen.